De pijnlijke casus van Evory

Evory (34) is een alleenstaande moeder met drie kinderen. Vijf jaar geleden raakte het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) betrokken bij een traject voor haar jongste kind. Zij heeft in die periode herhaaldelijk om hulp gevraagd voor haar toen 11-jarige zoon die de diagnose autisme kreeg. Het CJG zag dit echter niet als prioriteit en trok een andere conclusie die Evory veel schade zou berokkenen. Een pijnlijke casus waarin een vertrouwenspersoon van Jeugdstem een oplossende rol kon vervullen.

Wat speelde er?

Tijdens haar zoektocht naar hulp voor haar zoon raakte Evory in een burn-out. Samen met haar psycholoog ging zij in gesprek met het CJG. Tijdens dit gesprek merkte de psycholoog op: “Als je haar verleden hoort, zou je verwachten dat ze borderline heeft ontwikkeld. Echter, dat is zeer zeker niet het geval.’’ De hulpverlener van het CJG heeft Evory op dat moment echter het etiket ‘borderline’ opgeprikt. Vóór elk gesprek dat zij had over de hulpvraag voor haar zoon, werd gekeken naar haar vermeende borderline. Volgens het CJG waren de wispelturigheid en wisselende stemmingen van Evory de oorzaak van de klachten van haar zoon en de problemen met de opvoeding.

Hoe hard Evory ook vocht om helder te krijgen dat de hele diagnose borderline niet bestond en nooit bestaan heeft, en om helder te krijgen dat haar zoon niet kon automatiseren, geen structuur had en dat zij op verschillende vlakken vastliep in zijn opvoeding en dat zij niet het gereedschap had om hem goed op te voeden, het CJG bleef telkens weer terugkomen op háár borderline.

Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming

Hierna is Veilig Thuis bij Evory op huisbezoek geweest om het gesprek met haar aan te gaan. Ook Veilig Thuis suggereerde dat haar gedragingen leken op die van iemand met borderline. Voorgesteld werd de Beschermingstafel in te schakelen om de krachten van Evory te bespreken. Maar ook tijdens de Beschermingstafel werden alleen Evory’s zorgen rond de borderlineproblematiek benoemd.

Daarop startte de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) een onderzoek wegens de diagnose borderline. Dit zou namelijk een gevaar zijn voor de ontwikkeling en opvoeding van de kinderen. In deze periode heeft Evory haar zoon bij zijn vader ondergebracht, zodat hij geen last had van haar burn-out. Haar jongste kind bleef bij haar thuis wonen. Zij heeft daarop de Raad verzocht om het onderzoek te richten op beide ouders, omdat de zoon nu bij zijn vader woonde. Ook tijdens dit onderzoek merkte Evory op dat bij alle vraagstellingen en opmerkingen haar borderlinediagnose centraal stond.

Ondertussen stelde Evory vast dat haar zoon bij zijn vader alleen maar opgesloten zat in zijn kamer en geen ruimte had om zijn emoties te tonen. Deze lockdown verergerde zijn problematiek. Zij verkeerde in de veronderstelling dat de Raad zou adviseren dat er bij de vader thuis iets moest veranderen in de opvoeding. Zij gaf aan dat de opvoeding van haar jongste kind vlekkeloos verliep. De Raad concludeerde echter dat het onderzoek bij de vader was afgerond en dat zij een ondertoezichtstelling adviseerde voor haar jongste kind. Evory heeft daarop direct contact gezocht met de Raad en aangegeven dat zij een puber heeft die het hartstikke goed doet, zowel thuis als op school, en een autistische zoon die geen begeleiding krijgt en aan zijn lot werd overgelaten.

De inzet van Jeugdstem

Evory klopte bij Jeugdstem aan om haar dossiers te laten rechttrekken. Want in haar eentje kreeg ze het in die vijf jaar niet voor elkaar. Zij wilde aan de kaak stellen dat het CJG, Veilig Thuis én de Raad voor de Kinderbescherming zonder nadere toetsing de diagnose borderline klakkeloos hadden overgenomen. Jeugdstem heeft Evory vervolgens geadviseerd welke mogelijkheden het klachtentraject zouden bieden.

Wat heeft Evory met hulp van Jeugdstem ondernomen?

Klachtbrief en gesprek met het CJG

De vertrouwenspersoon heeft Evory geholpen bij het schrijven van haar klachtbrief en tijdens het daaropvolgende gesprek met het CJG. Dit gesprek stond gepland met de voorzitter van de gemeente, de procesoperator van het CJG, en de toenmalige medewerker die de diagnose borderline op papier had gezet. Deze medewerker bleek plotseling afwezig, wat haar zeer verbaasde. Evory schreef ook zelf een brief over wat deze kwestie met haar als moeder heeft gedaan. De vertrouwenspersoon heeft deze brief voorgelezen tijdens het gesprek. Ze zagen dat de aanwezigen zeer waren aangedaan door het verhaal. Ze hebben toen aangegeven dat de diagnose borderline direct uit de stukken verwijderd moest worden en dat verandering bij het CJG noodzakelijk is. Dit gaf Evory echter nog geen volledige voldoening aangezien de betrokken medewerker die de diagnose in het dossier opnam, niet aanwezig was. Hierna volgde een gesprek waarbij de medewerker wél aanwezig was. Deze keer heeft Evory zélf haar brief voorgelezen. De medewerker gaf toen te kennen dat hij de brief wilde laten bezinken en hier later op terug wilde komen. Een week later bleek dat deze medewerker het CJG had verlaten. Naar aanleiding van de klacht heeft het personeel van het CJG  een nieuwe opleiding aan te bieden. Ook wordt de dossiervorming in het CJG op een andere manier vormgegeven.

Klachtbrief en gesprek met Veilig Thuis

De Jeugdstem vertrouwenspersoon heeft Evory vervolgens ondersteund bij het schrijven van haar klachtbrief aan Veilig Thuis en tijdens het gesprek met VT. Ook tijdens dit gesprek heeft zij haar brief voorgelezen. Dit gesprek is volgens Evory heel positief verlopen. Dezelfde dag is er bij VT een e-mail verzonden aan het personeel met de boodschap wat er verkeerd is gegaan in de casus en wat dit met Evory heeft gedaan. Er is daarop door VT aangegeven dat dit nooit had mogen gebeuren. Ook is Evory gevraagd om tijdens de spiegeltrainingen bij VT te spreken over haar ervaring. Helaas is dit door corona nog niet opgepakt.

Bemiddelingsgesprek met de Raad

Inmiddels heeft er ook een bemiddelingsgesprek met de Raad plaatsgevonden. Daarbij is aangegeven dat er een verslag van het gesprek zou volgen, waarin ‘het verwijtbare aangedane leed’ expliciet wordt benoemd. Echter, de kern van het klachtgesprek is eruit gehaald omdat Evory gevraagd heeft om een financiële tegemoetkoming voor het aangedane leed. De verslaglegging is daarop door de Raad aangepast zonder overleg met Evory en de vertrouwenspersoon van Jeugdstem. Zij zijn hier niet mee akkoord gegaan en is er een klacht ingediend bij de klachtencommissie over de verslaglegging van het gesprek.

Ten slotte

Evory geeft aan dat wat zij als gezin hierdoor hebben meegemaakt, niet meer is terug te draaien. Maar dat zij samen met Jeugdstem als doel heeft gehad om hier een kracht van te maken. Zodat de uitkomst van haar klachten anderen kan behoeden voor het leed dat haar en haar gezin is aangedaan. Evory heeft de Jeugdstem vertrouwenspersoon als zeer ondersteunend ervaren. Al het voorwerk, zoals het schrijven van de brieven en het onderhouden van de contacten met de betrokken organisaties, heeft de Jeugdstem vertrouwenspersoon op zich genomen. Evory hoefde enkel aanwezig te zijn bij de klachtgesprekken/zittingen en kon haar aanvulling in de gesprekken geven. Zij heeft dit als zeer prettig ervaren. De vertrouwenspersoon stond achter elke stap die zij samen hebben gezet en voelde Evory feilloos aan in de gesprekken. Daar waar Evory tijdens het gesprek moeite had om zaken te verwoorden, nam de vertrouwenspersoon het feilloos over. De vertrouwenspersoon is er onvoorwaardelijk voor haar geweest. Dat heeft Evory ook een stuk zelfverzekerder gemaakt. En het heeft ervoor gezorgd dat zij het vertrouwen dat zij verloor in alle hulpverlenende organisaties weer dubbel en dwars heeft teruggevonden dankzij de ondersteuning van Jeugdstem.

Evory was erg blij met het doorzettingsvermogen, het geduld en de kennis van zaken van de vertrouwenspersoon. Deze stelde zich betrokken op door altijd te vragen hoe het met haar ging. En daar waar zij kennis te kort kwam, ging zij te rade bij collega’s.

Wat zou Evory ouders willen meegeven die in een soortgelijke situatie terecht zijn gekomen?

Het allerbelangrijkste voor Evory is ‘geloof in jezelf’. Daar haalde zij tenslotte de kracht uit. In haar eigen woorden:

“Wanneer ouders merken dat zij niet gehoord worden en niet de erkenning krijgen als ouder zijnde? Schreeuw het van de daken en bel alsjeblieft Jeugdstem. En zorg dat je de begeleiding krijgt die je verdient. Als een hulpverlener jou in een hoek drukt waar je niet hoort, dan verlies je als ouder alle erkenning, zelfvertrouwen en zelfrespect. Je raakt dan kwijt wie je bent. En dit resulteert erin dat je niet meer als ouder functioneert zoals je voorheen functioneerde. Je gaat je dan als ouder afvragen ‘Wie ben ik dan nog eigenlijk?’ ‘Ben ik wat de hulpverlener zegt of wie ik weet te kunnen zijn?’ Het enige wat werkt als ouder om je kind op te voeden is het geloof in jezelf, het zelfvertrouwen, het weten dat je het goed doet en dat je het doet vanuit de liefde voor je kind.  Ook al moet je wel eens liefdevol ‘nee’ zeggen tegen je kind. Het belangrijkste is dat elk kind, waar het wiegje ook staat, de liefde van de ouder meekrijgt. En op het moment dat de ouder zo onzeker wordt gemaakt door de hulpverlener, dan kan de ouder die liefde niet meer geven, want die ouder staat alleen maar achterom te kijken. ‘Welke hulpverlener moet ik nu weer vinden of wat krijg ik nu weer op mijn bord?’. Ik heb gemerkt dat de ondersteuning van de vertrouwenspersoon van Jeugdstem zo veel heeft bijgedragen om mij weer sterk te voelen.”

Veelgestelde vragen

Ben je niet tevreden over het handelen van een jeugdprofessional (bijvoorbeeld de gezinsvoogd, casemanager, mentor, psycholoog of pedagoog)? Dan kun je een tuchtklacht tegen hem of haar indienen. Dat kan bij de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) in Bilthoven. Een vertrouwenspersoon tuchtzaken kan je hierbij helpen en gratis ondersteunen. Lees er meer over. 

Als ouder ben je afhankelijk van de instelling die je helpt bij de opvoeding. Het wordt hierdoor soms lastiger om zaken te bespreken waarover je niet tevreden bent. De mening van de hulpverleners van de instelling is belangrijk. Wanneer je kritiek hebt of een andere mening, kan het moeilijk voor zijn om dat aan de hulpverleners te laten weten, terwijl het juist zo belangrijk is.

De vertrouwenspersoon is er om je te helpen. Als er dingen niet goed lopen in de hulpverlening, kun je de vertrouwenspersoon van Jeugdstem inschakelen. Als je wilt dat er dingen veranderen, dan kan de vertrouwenspersoon je adviseren over de stappen die je daarvoor kunt zetten en je daarbij ook helpen, zoals bij het schrijven van brieven of e-mails of de ondersteuning bij klachtgesprekken. Ook geeft de vertrouwenspersoon uitleg over je rechten en plichten.

Lees meer over wat wij voor je kunnen doen 

De gemeente is verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Wanneer je hulp nodig hebt, ga je allereerst naar  gemeente waar je woont. Je krijgt dan advies en samen met de deskundigen bekijk je samen met je kind welke hulp het beste is. De meeste gemeenten hebben jeugd-/wijkteams of een Centrum voor Jeugd en Gezin die je kunnen helpen. Je kunt zelf direct contact met ze opnemen. Maar het kan ook via de huisarts/ jeugdarts, zij kunnen rechtstreeks verwijzen naar een jeugdhulpaanbieder.

De gemeente besluit welke hulp er wel of niet wordt ingezet, dat staat in het verleningsbesluit. Als je geen hulp krijgt of niet de hulp die het kind nodig heeft, kun je bezwaar maken tegen dit besluit. De vertrouwenspersonen van Jeugdstem kunnen je daarbij helpen. Bijvoorbeeld door samen een brief of e-mail te schrijven. Maar ook door je te helpen als je in gesprek gaat met professionals van de gemeente over de onvrede of klachten.

Iedere mening is belangrijk. Dus die mag je laten horen. Je kunt je eigen mening zelf aangeven bij de jeugdhulpverlener, maar een vertrouwenspersoon kan je hierbij ook bij helpen. Allereerst moet goed duidelijk zijn waarom je het niet met de jeugdhulpverlener eens bent. De vertrouwenspersoon is er om samen te bekijken of er redenen zijn voor een gesprek. Zo ja, dan kun je samen met de vertrouwenspersoon een gesprek aanvragen met de jeugdhulpverlener.

Samen met de vertrouwenspersoon bereid je het gesprek voor en zorg je dat jouw mening in een brief of e-mail naar de jeugdhulpverlener gaat. Meestal is een gesprek voldoende om tot een oplossing te komen. De vertrouwenspersoon kan bij het gesprek zijn en erop letten dat alles goed besproken wordt.

Ondertoezichtstelling (ots) is een gezagsbeperkende maatregel. Als in jouw gezin zulke ernstige opvoedingsproblemen voorkomen dat de ontwikkeling van je kind of kinderen belemmerd wordt, kan de rechter het kind onder toezicht stellen. Zo’n ingrijpende maatregel wordt niet zomaar genomen. Dat gebeurt uitsluitend als de rechter vindt dat het voor uw kind noodzakelijk is dat jouw gezin verplichte hulp krijgt. 

De kinderrechter wil ook jouw mening en de mening van het kind horen voordat hij een beslissing neemt. Als een kind 12 jaar of ouder is, moet de kinderrechter zijn of haar mening vragen. Wanneer je hiermee te maken krijgt, dan is het verstandig om hulp te vragen van een advocaat bij de zitting. Ook kun je hierover contact opnemen met de vertrouwenspersoon. Deel jouw verhaal en we bekijken samen welke stappen je kunt zetten.